Infecteren definities

Zoek op
Zie ook: infecteer

infecteren

infecteren logo #1000infecteren werkw. Uitspraak: [ ɪnfɛk'terə(n) ] Afbreekpatroon: in·fec·te·ren Vervoegingen: infecteerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geïnfecteerd (volt.deelw.) (door een virus, bacterie of schimmel) aangetast worden, waardoor je ziek kunt worden medisch Voorbeelden: 'een geïnfecteerde wond' , 'jodium tegen het i...
Gevonden op https://www.woorden.org/woord/infecteren

Infecteren

Infecteren logo #10101) Aansteken 2) Aanstoken 3) Besmetten 4) Ontsteken 5) Overbrengen 6) Verbitteren 7) Vergiftigen 8) Vergiftiging 9) Verpesten 10) Verpesting
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Infecteren/1

Infecteren

Infecteren logo #10101) Aansteken 2) Aanstoken 3) Besmetten 4) Verbitteren 5) Vergiftigen 6) Verpesten
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Infecteren/1

infecteren

infecteren logo #11306besmetten (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/infecteren

infecteren

infecteren logo #10814•aansteken, besmetten.
Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/infecteren

infecteren

infecteren logo #11344besmetten
Jaar van herkomst: 1550 (WNT woonstede )
Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php

Infecteren

Infecteren logo #10590het veroorzaken van een infectie (lokale ontsteking of algeheel ziek zijn door een ziektekiem)
Gevonden op https://www.dokterdokter.nl/encyclopedie/infecteren/item40213
Geen exacte overeenkomst gevonden.