infiltreren werkw. Uitspraak: [ ɪnfɪlˈtrerə(n) ] Afbreekpatroon: in·fil·tre·ren Vervoegingen: infiltreerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geïnfiltreerd (volt.deelw.) in het geheim binnendringen Voorbeeld: 'als spion infiltreren in de geheime dienst van een ander land' Synoniemen: binnendringen indringen 4 definities...
1) Binnendringen 2) Doordringen 3) Doorsijpelen 4) Indringen 5) Inglippen 6) Insijpelen 7) Intrekken 8) Tersluiks binnendringen 
naar binnen siepelen, binnendringen (toon de herkomst via de etymologiebank)
naar binnen siepelen, heimelijk binnendringen
naar binnen siepelen, binnendringen
Infiltreren is het mchanisme dat het weg laten zakken van regenwater in de bodem beschrijft; afgeleid begrip is infiltratie
Proces waarbij water de grond inzakt.
strafprocesrecht: de politie neemt deel of verleent medewerking aan een groep van personen waarbinnen, naar redelijkerwijs ...