binnendringen werkw. Uitspraak: [ ˈbɪnə(n)drɪŋə(n) ] Afbreekpatroon: bin·nen·drin·gen Vervoegingen: drong binnen (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is binnengedrongen (volt.deelw.) zonder toestemming en met geweld naar binnen gaan Voorbeelden: 'Het rivierwater dringt ons huis binnen.' , 'De overvallers waren het huis binnengedrongen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/binnendringen