de inhalator zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: in·ha·la·tor Verbuigingen: inhalatoren<br>inhalators (meerv.) Verbuigingen: inhalatortje (verkleinwoord) apparaatje om mee te inhaleren . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/inhalator