inrekenen werkw. Uitspraak: [ 'ɪnrekənə(n) ] Afbreekpatroon: in·re·ke·nen Vervoegingen: rekende in (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ingerekend (volt.deelw.) aanhouden en meenemen naar het politiebureauouderwets Voorbeeld: 'Direct na de diefstal rekende de veldwachter de dief in.' Synoniem: arresteren Synoniemen: aan... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/inrekenen
hem gevangen nemen vb: na die diefstal is hij toch ingerekend door de politie Synoniemen: arresteren oppakken Tegenstellingen: bevrijden verlossen Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=inrekenen