interpoleren werkw. Afbreekpatroon: in·ter·po·le·ren Verbuigingen: interpoleerde Vervoegingen: geïnterpoleerd (volt.deelw.) 1) inlassen, tussenvoegen 2) uit bekende termen van een reeks (een benadering van) daartussen gelegen termen berekenen . Synoniemen: inlassen 3 definities...
1) Inlassen 2) Inschuiven 3) Tussenvoegen 1) Inlassen 2) Toevoegen 3) Tussenvoegen 
1) Inlassen 2) Inschuiven 3) Tussenvoegen
[wiskunde] Het vinden van een tussengelegen getal in een rij van gegeven getallen: wordt onder andere toegepast bij het aflezen van een meetschaal om bijvoorbeeld hoeken of lengten te meten.
Het schatten van waarden die tussen twee bekende waarden liggen. Bijvoorbeeld
Het bepalen van een waarde van een functie die tussen twee gegeven waarden van die functie in ligt.