I de invalide zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ɪnvaˈlidə ] Afbreekpatroon: in·va·li·de Verbuigingen: invaliden (meerv.) iemand die door een gebrek beperkt is in het gebruik van zijn of haar lichaam Voorbeelden: 'oorlogsinvalide' , 'invalidentoilet' II invalide bijv.naamw. Uitspraak: [ ɪnvaˈlidə ] Afbreekpatroon: in·va·li·de Gevonden op https://www.woorden.org/woord/invalide
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Invalide``] In het algemeen een krijgsman, die ongeschikt voor de dienst geworden is; men onderscheidt halve invaliden, die wel niet meer voor de velddienst, maar toch voor garnizoensdienst of enkele takken daarvan geschikt zijn en geheele invaliden, die ook daarvoor onbruikbaar zijn. De halve invalide,... Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/land016mili01_01/land016mili01_01_0010.htm
wie door ziekte of ouderdom niet meer alles zelf kan vb: mijn oma zit in een rolstoel, ze is invalide Synoniem: gebrekkig Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=invalide