gehandicapte zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: ge·han·di·cap·te Verbuigingen: gehandicapten (meerv.) iemand met een beperking van lichamelijke, verstandelijke, psychische en/of sociale aard Voorbeeld: 'Chronisch zieken en gehandicapten worden onevenredig hard getroffen door de nieuwe bezuinigingen.' . Synoniemen: afgedankte afgekeurde ...
1) Afgedankte 2) Afgekeurde 3) Andersvalide 4) Invalide 5) Lamme 6) Mindervalide 7) Slechtziende 8) Wao''er 1) Invalide 2) wao''er 
iemand die een lichamelijke of geestelijke beperking heeft; iemand die een handicap heeft; iemand die gehandicapt is