inzamelen werkw. Uitspraak: [ 'ɪnzamələ(n) ] Afbreekpatroon: in·za·me·len Vervoegingen: zamelde in (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ingezameld (volt.deelw.) (dingen) bij elkaar brengen om er iets mee te doen Voorbeelden: 'glas gescheiden naar kleur inzamelen in de glasbak' , 'geld inzamelen voor een opknapbeurt van het buurtcen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/inzamelen