je pronoun Uitspraak: [ jə ] 1) degene tegen wie je praat < als die het onderwerp van de zin is> Voorbeeld: 'Ga je morgen ook weg?' Synoniem: jij 2) degene tegen wie je praat < als die het meewerkend voorwerp of lijdend voorwerp van de zin is> Voorbeelden: 'Ik heb je dat boek al gegeven.' , 'Ik kom je ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/je
tweede persoon enkelvoud, object vb: heeft Iris je gezien? Synoniem: jou de andere persoon, tweede persoon enkelvoud, subject vb: je moet oppassen, Anton Synoniem: jij bezittelijk: hij is van die andere persoon vb: mag Hans je schaatsen lenen? Synoniem: jouw wederkerend voornaamwoord, tweede per... Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=je