jouw pronoun Uitspraak: [ jɑu ] <je zegt dit woord als iets is van degene tegen wie je praat> Voorbeeld: 'Ga zitten, dit is jouw plaats.' Synoniem: je Synoniemen: je 5 definities...
1) Bezittelijk voornaamwoord 2) Je 3) Van jou 4) Van jouw 5) Voornaamwoord 1) Dijn 2) Je 
verwijst naar jou = voornaamwoord (toon de herkomst via de etymologiebank)
• [informeel] van jou.
bezittelijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
tot meer dan vijf meter breed trapeziumvormig schepnet dat tussen twee, ca. 6 cm dikke stokken, die scharnierend met elkaar verbonden zijn, uitgespannen wordt. Met een derde stok wordt het geheel gestuurd. Vermoedelijk alleen aan de Friese kust gebruikt. Een enkele maal ook totebel genoemd.