de jongleerder zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: jong·leer·der Verbuigingen: jongleerders (meerv.) Verbuigingen: jongleerdertje (verkleinwoord) de artiest die zo veel mogelijk objecten weet op te gooien en weer weet op te vangen, zonder dat er één op de grond terecht komt (die jongleert) Voorbeeld: 'Wat die jongleerder doet moet je jon... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/jongleerder