jongleren werkw. Uitspraak: [ jɔŋˈlerə(n) ] Afbreekpatroon: jong·le·ren Vervoegingen: jongleerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gejongleerd (volt.deelw.) met grote vaardigheid ballen en andere voorwerpen in de lucht gooien en weer opvangen Voorbeeld: 'De clowns jongleerden met brandende fakkels.' ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/jongleren
'Jongleren' bestaat uit een aantal vaardigheden waarmee objecten gegooid en opgevangen, of in de lucht gehouden worden. Jongleren wordt door amateurs en professionals beoefend. Gevonden op https://nl.wikipedia.org/wiki/Jongleren
Jongleren is als amusement handigheden uitvoeren met ballen, ringen en andere kleine voorwerpen. [basiswoordenlijst groep 6] Gevonden op https://wikikids.nl/Jongleren