twirlen werkw. Afbreekpatroon: 'twir - len Herkomst: «Engels Vervoegingen: twirlde (verl.tijd ) Vervoegingen: getwirld (volt.deelw.) bewegingen maken met een baton (stokje of stick) sport Voorbeeld: 'Majorettes twirlen terwijl ze achter de drumband aan lopen.' Synoniem: jongleren met een stokje ... Gevonden op https://woorden.org/woord/twirlen