
kapel, stuik, hok waarin een gewas op het veld te drogen gezet wordt. - Voorbeeld: ‘
Dan merkten zij eerst hoe hun staal in de klaver gebeten had: een groteale vlakte die nu volzet stond met gedroogde gerzing, als een slagveld vol kleine kapeltentjes’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.