bezetten, bedekken, vullen - Voorbeeld: ‘Dan merkten zij eerst hoe hun staal in de klaver gebeten had: een grote kale vlakte die nu volzet stond met gedroogde gerzing, als een slagveld vol kleine, ronde kapeltentjes’ - Voorbeeld: ‘De voorstelling is volzet’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php