spits toelopend, puntig, scherp uitlopend - Voorbeeld: ‘De anderen maaiden nog drie volle dagen, dan was hun werk af en heel 't ommeland stond nu vol spitsbekte kapeltentjes lijk een overgroot slagveld, op verre afstand gezien’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0021.php