de katrol zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ kaˈtrɔl ] Afbreekpatroon: ka·trol Verbuigingen: katrollen (meerv.) wieltje waar een touw langs loopt in een apparaat om te hijsen Synoniemen: hijsblok hijstoestel takel takelblok 
1) Takelblok 2) Werktuig om lasten te verplaatsen 3) Hefwerktuig 4) Blok met rolschijf 5) Laadgereedschap 6) Palei 7) Windel 8) Takel 9) Hijswerktuig 10) Deel van een hijswerktuig 11) Blok 12) Poelie 13) Takelwerktuig 14) Talie 15) Lastenhijser 16) Laadblok 17) Rammelschijf 18) Deel van een takel 19) Gereedschap 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Katrol``] Eene schijf, welke om eene, door haar midden gaande as kan rondge-
hijsblok
Een katrol is een wiel dat is vastgemaakt aan een steunpunt. Met een katrol kun je lasten omhoog hijsen.
Een 'katrol' (ook wel 'blok' of 'jijn' genoemd, vooral in de zeevaart) is een werktuig waarin de trekrichting van een touw wordt veranderd. Katrollen worden vaak in sets toegepast.
•is een werktuig die het mogelijk maakt een last met een beperkte kracht te verplaatsen.
hijsblok
VOC - Zeilen en tuigage: zie Blok.
1> drieschijfs blok met haak. Ook katblok , katteblok , katrolblok of kip genoemd. In deze zin van het woord wordt er verband gelegd met met het katten/penteren van het anker met behulp van de katbalk aan boord van zeilende zeeschepen. In deze katbalk bevonden zich vaak drie schijven waarmee in combinatie met de drie schijven in de katrol en de ......