wagenweg, -pad, karreweg - Voorbeeld: ‘Zeker dag dat Jan met zijn droef klutsken koorn naar de molen ging, kwam de pastoor over 't smalle ketserswegelken en deze keer was er geen mogelijkheid hem te ontgaan’ (Langs Wegen 193) Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php