de kin zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ kɪn ] Verbuigingen: kinnen (meerv.) deel van je gezicht onder je mond onderkin (dikke laag huid onder je kin) Spreekwoorden en zegswijzen • iemand onder de kin strijken (=vriendelijke of vleiende dingen tegen iemand zeggen) Naar de spreekwoorden 
1) Ronding van een onderkaak 2) Deel van het kaakbeen 3) Deel van het hoofd 4) Deel van het gezicht 5) Kaak 6) Tenen mand 7) Deel van het gelaat 8) Vooruitstrevende deel van de onderkaak 9) Deel van een gezicht 10) Tenen halfmudsmand 11) Kaakpunt 12) Japans gewicht 13) Lichaamsdeel 14) Halfmuds tenen mand 
deel van het gezicht van mensen of de kop van sommige dieren dat zich aan de voorkant daarvan onder de mond bevindt en bestaat uit de voorste ronding van de onderkaak en de huid die daaroverheen ligt
Kin is een Schotse meisjesnaam. Het betekent `van de top van de klif`. Extra info: Waar wordt het gebruikt? De naam Kin wordt voornamelijk gebruikt in Japanese. 
deel van de onderkaak
(Lichaamsdelen) maagstreek
het uitstekende deel van het gezicht onder de mond
deel van de onderkaak (toon de herkomst via de etymologiebank)
[Bargoens, boeventaal] ja; ook wel stil.
deel van het gezicht dat onder je mond zit vb: er zit jam aan je kin
• [anatomie] het vooruitstekende deel van de onderkaak.
deel van de onderkaak
Je kin is het onderste deel van je hoofd . Hij is een beetje puntig en lijkt op een driehoek. Je kin zit vast aan je kaak . Door je kaak te bewegen kan je eten . Je kin gaat dan naar boven en naar beneden. Boven je kin zit je mond . Je kan een baard krijgen aan je kin als je een man bent. [basiswoordenlijst groep 3]
1> voorste deel van de kiel . Verouderd. Het is onzeker of dit woord ook in de binnenvaart opgang heeft gevonden. 2> bepaalde maat. Alleen als verkleinwoord; zie kinnetje .