raaskallen werkw. Uitspraak: [ ˈraskɑlə(n) ] Afbreekpatroon: raas·kal·len Vervoegingen: raaskalde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geraaskald (volt.deelw.) praten zonder dat anderen begrijpen wat je zegt Synoniem: zwetsen Synoniemen: bazelen fantaseren ijlen kletsen razen uit de nek lullen uit de nekharen lullen zwetsen Intensiv... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/raaskallen