pril bijv.naamw. Uitspraak: [ prɪl ] nog nieuw Voorbeelden: 'het prille begin' , 'een prille relatie' Synoniemen: fris groen jeugdig vroeg Intensiveringen Hoe kun je met pril een ander begrip versterken? prille jeugd Uitdrukkingen die pril betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt): als de lente ; 
1) Fris 2) Nog maar net ontloken 3) Zeer jeugdig 4) Groen 5) In zijn eerste staat 6) Zeer jong 7) Nieuw 8) Jonggeboren 9) Jong en bekoorlijk 10) Jong 11) Onbedorven 12) Nieuwbakken 13) Nauwelijks 14) Nauwelijks ontloken 15) Vers 16) Jeudig 17) Jeugdig 18) Heel jong 19) Onervaren 20) Onvolgroeid 21) Vroeg 
jong
jong en mooi (toon de herkomst via de etymologiebank)
pas ontstaan, nog jong en onbedorven vb: er ontstond een prille liefde tussen Sem en Carola
'Prils' zijn kogelronde korreltjes van een vaste stof, die gevormd zijn uit druppels van de gesmolten stof. Prilling wordt veel toegepast voor het produceren van korrelvormige meststoffen (bijvoorbeeld van ureum of ammoniumnitraat) en van sommige waspoeders.
jong