de kippenboer zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: kip·pen·boer Verbuigingen: kippenboeren (meerv.) Verbuigingen: kippenboertje (verkleinwoord) een boer die kippen houdt. Voorbeeld: 'De pluimveehouder was een kippenboer.' . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kippenboer