klakkeloos bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈklɑkəlos ] Afbreekpatroon: klak·ke·loos zonder nadenken of zonder te controleren Voorbeelden: 'het klakkeloos overnemen van persberichten' , 'klakkeloos geloven wat iemand tegen je zegt' Synoniemen: blindelings lichtvaardig lukraak zomaar 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/klakkeloos