het klapstuk zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'klɑpstʏk ] Afbreekpatroon: klap·stuk stuk rundvlees Voorbeeld: 'hutspot met klapstuk' 
1) Hoogtepunt 2) Rundsvlees met klapribben 3) Hoogtepunt van een optreden 4) Ribvlees 5) Trekpleister 6) Deel van een rund 7) Vlees 8) Vleesgerecht 9) Rundvlees van de klapribben 10) Succesnummer 11) Etenswaar 12) Stoofvlees 13) Rundvlees 
vlees van de klapribben, de korte ribben van geslacht vee
stuk rundvlees van de klaprib; hoogtepunt van een vertoning (toon de herkomst via de etymologiebank)
'Runderborst,' 'klapstuk,' of 'brisket', is rundvlees dat gesneden wordt van de klapribben, ofwel de korte ribben van het rund.