kliederen werkw. Uitspraak: [ ˈklidərə(n) ] Afbreekpatroon: klie·de·ren Vervoegingen: kliederde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gekliederd (volt.deelw.) alles om je heen nat en vies maken Voorbeeld: 'De kinderen zitten te kliederen met verf.' Synoniemen: geklieder kladderen kledderen klodderen 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kliederen
door onhandigheid druppels of kruimels laten vallen vb: wat heb je weer gekliederd, de hele grond ligt vol Synoniemen: knoeien morsen Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=kliederen
1) met natte, dikvloeibare of smeerbare stoffen als verf, jam enz. knoeien of morsen 2) iets overvloedig en zonder veel zorg of slordig aanbrengen 3) iets slordig, met vlekken en strepen schrijven, tekenen of schilderen Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/kliederen