de klit zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ klɪt ] Verbuigingen: klitten (meerv.) 1) plaats waar of toestand dat iets in de knoop zit Voorbeelden: 'Door de wind zitten er allemaal klitten in mijn haar.' , 'een touw uit de klit halen' 2) clitoris Voorbeeld: 'Tot haar twintigste wist ze niet dat ze een klitje had.' 6 d...
1) Bloemhoofdje 2) Dot 3) Dot haar 4) Geneeskrachtige plant 5) Klas 6) Kleefkruid 7) Kleefkruit 8) Kleefmiddel 9) Kluwen 10) Knoop 11) Knoop in het haar 12) Onontwarbare kluwen 13) Plant 14) Samengewarde massa 15) Samenklevende massa 16) Verwarde knoop 17) Verwarde massa 18) Warboel 19) Warklomp 20) Wortelgroente 1) Klas 2) Kleefkruid 3) Knoop 4) Warboel 
klis (toon de herkomst via de etymologiebank)
verwarde, in elkaar getrokken massa vb: het verwaarloosde kind had allemaal klitten in het haar
(Genus Arctium) -Klit- Volledige wetenschappelijke naam: Arctium L. Opm. Bloemhoofdjesbodem met stijve haarachtige schubben bezet. Pappus uit korte stijve geelachtige haren bestaand.
klis - Voorbeeld: ‘De oude veldstenen, weg- en landpalen dragen een dopje mos, met een geel klitje hier en daar van een magere pissebloem’
verwarde massa
Arctium, klit • gangmijn => 2 
Gestileerd motief van de klit, geslacht Arctium, dat wordt gebruikt in tapijtpatronen ter bescherming tegen ongeluk of voor het symboliseren van overvloed. Het is een ruitvormig motief, vaak met een kleinere ruit in het midden, waarvan het onderscheidende aspect is dat er kleine lijnen of gebogen lijnen lopen vanuit de buitenste ruit. Deze stellen ...