knappen werkw. Uitspraak: [ ˈknɑpə(n) ] Afbreekpatroon: knap·pen Vervoegingen: knapte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is geknapt (volt.deelw.) 1) kapotgaan Voorbeeld: 'Toen ik een speld in de ballon prikte, knapte hij.' 2) Er knapte iets in me. (ik kreeg opeens een heel verdrietig en machteloos gevoel) 'Toen i... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/knappen
in scherven of stukken vallen vb: door de hoge temperatuur knapte het glas Synoniemen: breken sneuvelen het geluid maken van iets waar een barst in springt vb: we zaten bij een knappend houtvuur Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=knappen