knakken werkw. Uitspraak: [ 'knɑkə(n) ] Afbreekpatroon: knak·ken Vervoegingen: knakte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geknakt (volt.deelw.) breken zonder af te breken Voorbeeld: 'geknakte bloemstelen' Er is iets geknakt in iemand. (iemand voelt zich plotseling verdirietig en machteloos) 'Er is iets in hem geknakt toen zijn vrouw ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/knakken
er een scherpe bocht in maken, waaraan je kan zien dat het gebroken is vb: hij knakte de roos met opzet het verdriet heeft haar geknakt [ze kan het niet meer verwerken] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=knakken