knipogen werkw. Uitspraak: [ ˈknɪpoxə(n) ] Afbreekpatroon: knip·ogen Vervoegingen: knipoogde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geknipoogd (volt.deelw.) één oog snel dicht en weer open doen Voorbeeld: 'Zij knipoogde naar hem om hem te charmeren.' 3 definities...
1) Blijk van verstandhouding tonen 2) één oog snel dicht en weer open doen 3) Met de ogen knipperen 4) Met ogen knipperen 5) Pinken 6) Teken met je ogen geven 7) Teken van verstandhouding 8) Teken van verstandhouding geven 1) Pinken 
de ogen herhaaldelijk sluiten; herhaaldelijk aan- en uitgaan van een licht (toon de herkomst via de etymologiebank)
één oog even dichtdoen om iemand een teken te geven vb: als hij naar je knipoogt, vindt hij je leuk
een ooglid snel sluiten en openen