
Koesjiet zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: Koe·sjiet Verbuigingen: Koesjieten (meerv.)
1) inwoner van het land bij de Nijl ten zuiden van Egypte; in vertalingen ook: Nubiër, Ethiopiër (22×: 2 Sam. 18:21 +, Jer. 13:23 +, Am. 9:7, Sef. 2:12, Dan. 11:43, 2 Kron. 12:3, +) 2) vader van Selemja (Jer. 36:14) 3)...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/Koesjiet
Geen exacte overeenkomst gevonden.