de komaf zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ kɔmˈɑf ] Afbreekpatroon: kom·af 1) afkomst Voorbeeld: 'Ik heb vrienden van Italiaanse komaf.' van goede komaf zijn (uit een rijke of voorname familie komen) 2) komaf maken met (een einde maken aan) 'komaf maken met alcoholisme' Synoniemen: afkomst afstamming geboorte herk...
1) Afkomst 2) Afstammeling 3) Afstamming 4) Geboorte 5) Herkomst 6) Oorsprong 7) Origine 8) Roots 9) Van afkomst 1) Afkomst 2) Afstamming 3) Einde 4) Geboorte 5) Herkomst 6) Origine 
•afkomst
het afkomen, loskomen van, einde (met gedachte aan het resultaat) - Voorbeeld: ‘Om er gauw komaf mede te maken, gaf hij Dula wat ze vroeg’ (Langs Wegen 195)
Spreekwoorden: (1914) Komaf,