de kotbaas zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'kɔdbas ] Afbreekpatroon: kot·baas Verbuigingen: kotbazen (meerv.) de kot - bazin zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'kɔd - bazɪn ] Afbreekpatroon: kot·baas Verbuigingen: kotbazinnen (meerv.) eigenaar van het huis waarin je een kamer huurt 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kotbaas
iemand die studenten op kot heeft; iemand die kamers verhuurt aan studenten; ook: eigenaar van een pand met studentenkoten Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/kotbaas