de krekel zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈkrekəl ] Afbreekpatroon: kre·kel Verbuigingen: krekels (meerv.) insect waarvan het mannetje een hoog geluid 'sjirp' maakt 
1) Sprinkhaan 2) Kriek 3) Langsprietige 4) Langsprietig dier 5) Rechtvleugelig insect 6) Stapel 7) Cicade 8) Orthoptera 9) Wielboor 10) Schriek 11) Insect 12) Insect dat tjirpt 13) Insect met springpoten 
insect uit de groep van rechtvleugeligen (Orthoptera) dat nooit groen en meestal bruin van kleur is, ver kan springen met zijn goed ontwikkelde achterpoten en dat bekend is vanwege het tsjirpende geluid dat gemaakt wordt door mannetjes die de vleugels over elkaar wrijven
insect
insect familie Gryllidae (toon de herkomst via de etymologiebank)
insect dat tsjirpend geluid maakt vb: we horen de krekels in het gras
• [dierkunde] een insect van de familie Gryllidae van de orde Orthoptera (sprinkhanen en krekels), hij tsjirpt door de vleugels langs de poten te wrijven.
insect