kreunen werkw. Uitspraak: [ ˈkrønə(n) ] Afbreekpatroon: kreu·nen Vervoegingen: kreunde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gekreund (volt.deelw.) een zacht steunend geluid maken Voorbeelden: 'kreunen van de pijn' , 'kreunen van genot' Synoniemen: kermen steunen zuchten 
1) Zaniken 2) Krochen 3) Zacht kermen 4) Urmen 5) Dof klinken 6) Klagen 7) Zuchten 8) Kermen 9) Steunen 10) Uiting van pijn 11) Klagend steunen 12) Zachtjes kermen 13) Tobben 
steunen
een zacht klagend geluid maken (toon de herkomst via de etymologiebank)
onverstaanbare geluiden maken van pijn of verdriet vb: het slachtoffer lag te kreunen van de pijn Synoniem: kermen
•ongearticuleerde geluiden maken, vaak van pijn of ander leed. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
steunen
Kreunen betekent een zacht steunend geluid maken. [basiswoordenlijst groep 3]