klein persoon, verneuteld en gebocheld mens - Voorbeeld: ‘Er bleef Broeke alleen nog de lamme Treute - (...) - praatte met de onnozele kreutelaar over de aangelegenheden van de Waterhoek’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php