1) Dierengeluid 2) Zwarte kersen 3) Aanbreken 4) Dageraad 5) Aanbreken van de dag 6) Dag worden 7) Morgen 8) Geluid van een sprinkhaan 9) Geluid van een krekel 10) Geluid geven als een krekel 11) Ochtendstond 12) Ochtendgloren 13) Ochtend 14) Lichten 
aanbreken Vrijwel uitsluitend nog als zelfstandig gebruikte infinitief in de hieronder vermelde combinatie.
krieken is een andere benaming voor; zure kersen of morellen.
jenever op krieken getrokken - Voorbeeld: ‘Eerst elk een druppel “krieken” nog en dan zou men eten’
aanbreken van de dag
(ww) - hoorbaar aanbreken
woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) aanbreken.
piepen (toon de herkomst via de etymologiebank)
het aanbreken van de dag