het kruispunt zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈkrœyspʏnt ] Afbreekpatroon: kruis·punt Verbuigingen: kruispunten (meerv.) plaats waar wegen elkaar kruisen (1) Synoniem: kruising Synoniemen: knooppunt kruising kruising van straten punt waar lijnen elkaar kruisen splitsing verkeersknooppunt wegkruising wegsplitsing 
1) Knooppunt 2) Wegsplitsing 3) Wegkruising 4) Punt waar vier wegen samenkomen 5) Gelijkvloerse kruising 6) Verkeersknooppunt 7) Viersprong 8) Kruising van wegen 9) Kruising 10) Snijding van wegen 11) Splitsing 
plaats waar wegen e.d. elkaar kruisen vb: op dat drukke kruispunt staan stoplichten
•een plaats waar twee of meer wegen elkaar kruisen. •("figuurlijk") een ogenblik waarop een belangrijke beslissing moet genomen worden, cruciaal moment.
kruising of splitsing van wegen
Een kruispunt is het punt waar twee of meer wegen elkaar kruisen, verkeerskruispunt. [basiswoordenlijst groep 5]
Def.: een kruispunt is een ontmoetingspunt van wegen, waar het verkeer van weg mag wisselen.
Zie: Kruising.