labelen werkw. Uitspraak: [ 'lebələ(n) ] Afbreekpatroon: la·be·len Vervoegingen: labelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gelabeld (volt.deelw.) een label (1) aanbrengen aan of op (iets) Zie ook: label 
1) Radioactief maken 2) Typeren 3) Etiketteren 
Abstract: Leerlingen leren waar een woord in een bepaalde context naar verwijst. De betekenis wordt nog niet gealgemeniseerd.
Het toekennen van bepaalde kenmerken bij wijze van specificatie, van een site bijvoorbeeld of deze naaktfoto's bevat.
Toevoegen van gebruiksaanwijzing of prijskaartje
'Labelen' is een bestuurslaag in het regentschap Flores Timur van de provincie Oost-Nusa Tenggara, Indonesië.