langlaufen werkw. Uitspraak: [ 'lɑŋlɑufə(n) ] Afbreekpatroon: lang·lau·fen Vervoegingen: langlaufte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gelanglauft (volt.deelw.) je op smalle ski's glijdend en lopend voortbewegen over sneeuw Voorbeeld: 'Langlaufen is de nationale sport in Noorwegen.' Synoniem: skilopen Synoniemen: wintersport 5 de... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/langlaufen
1) Langeafstandskiën op vlak terrein 2) Langeafstandsskiën op vlak terrein 3) Olympische wintersport 4) Skiën 5) Skilopen 6) Sport 7) Tak van de wintersport 8) Wintersport 9) Wintersport op latten Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Langlaufen/1
Langlaufen is een vorm van skiën waarbij niet van min of meer steile hellingen wordt afgegleden, maar waarbij de langlaufer zichzelf met behulp van skistokken in de sneeuw voortbeweegt. De langlaufer volgt meestal een speciaal uitgezet pad, de lauper. In de Alpen vind je de langlaufer vooral in de bosgebieden. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10096