het leesteken zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈlestekə(n) ] Afbreekpatroon: lees·te·ken Verbuigingen: leestekens (meerv.) teken dat geen letter is, maar dat in een tekst een functie heeft taalkunde Voorbeelden: 'Een komma en een punt zijn leestekens.' , 'De tekens '?' en ';' zijn ook leestekens.' Synoniemen: accent interpunctie 4 ...
1) Aandachtsstreepje 2) Aanduiding in tekst 3) Aanhalingsteken 4) Accent 5) Dakje 6) Deel van een geschrift 7) Deel van een tekst 8) Deel van een zin 9) Dubbelepunt 10) Grammaticale term 11) Hulpteken bij het lezen 12) Interpunctie 13) Interpunctieteken 14) Komma 15) Schriftteken 16) Teken ter vergemakkelijking van het lezen 1) Aanhalingsteken 2) Accent 3) Accent aigu 4) Accentgrave 5) Accentteken 6) Accolade 7) Afbreekteken 8) Ampersand 9) Apenstaartje 10) Apostrof 11) Beletselteken 12) Caret 13) Cedille 14) Dakje 15) Deelteken 16) Dubbelepunt 17) Gedachtestreepje 18) Gnaborretni 19) Guillemet 20) Haakje 21) Hoge punt 
•Een onuitgeproken teken dat aan geschreven taal wordt toegevoegd om de zinsstructuur te verhelderen.
Zie interpunctie
Zie interpunctie
leeswijzer - Voorbeeld: ‘Zij rechtte 't hoofd, en: - Hm? hervroeg ze en hield de vinger als leesteken in het boek’