lekken werkw. Uitspraak: [ ˈlɛkə(n) ] Afbreekpatroon: lek·ken Vervoegingen: lekte (verl.tijd enkelv.) 1) een lek (1) hebben Vervoegingen: heeft gelekt (volt.deelw.) Voorbeeld: 'een lekkende kraan' 2) door een onbedoeld gat gaan Vervoegingen: is gelekt (volt.deelw.) Voorbeeld: 'Er lekt water naar binnen.' 3) Gevonden op https://woorden.org/woord/lekken
nationaal inkomen, werkgelegenheid: in de economie (economisch model) zijn het spaarlek, belastinglek en importlek. Als ... Gevonden op https://economischwoordenboek.nl?zoek=lekken