lekken werkw. Uitspraak: [ ˈlɛkə(n) ] Afbreekpatroon: lek·ken Vervoegingen: lekte (verl.tijd enkelv.) 1) een lek (1) hebben Vervoegingen: heeft gelekt (volt.deelw.) Voorbeeld: 'een lekkende kraan' 2) door een onbedoeld gat gaan Vervoegingen: is gelekt (volt.deelw.) Voorbeeld: 'Er lekt water naar binnen.' 3) Gevonden op https://www.woorden.org/woord/lekken
in de economie (economisch model) zijn het spaarlek, belastinglek en importlek. Als gevolg van de lekken is de waarde van de multiplier laag, omdat bij het `inkomensdoorgeefproces` elke keer voor een economie koopkracht weglekt door besparingen, belastingen en importen. Voor een zeer open economie met ook een hoge belastingdruk nadert van de multip... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10053