de leng zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: lengen (meerv.) Verbuigingen: lengetje (verkleinwoord) 1) kabeljauwachtige zoutwatervis met kleine kop en zeer lang lichaam die vooral in de Noordzee en de Middellandse Zee voorkomt 2) 《em》het leng《/em》: strop om zware voorwerpen op te hijsen 3) 《em》de ...
1) Bederf in brood 2) Bederf in graan 3) Beenvis 4) Broodschimmel 5) Broodziekte 6) Graanbederf 7) Hijsstrop 8) Kabbeljauw 9) Kabeljauw 10) Kabeljauwachtigen 11) Kabeljauwsoort 12) Lange kabeljauw 13) Scheepstouw 14) Scheepsuitrusting 15) Schelvis 16) Schinkelhaak 17) Slijm- of draadvorming in melk 1) Kabeljauw 
Leng is een Anglo-Saxische jongensnaam. Het betekent `lang`.
strop of lus van touw, dat rondom een last werd geslagen.
Let op: Spelling van 1858 eene soort van langen en smallen kabeljaauw; ook een zeker touw
graanbederf (toon de herkomst via de etymologiebank)
schelvisachtige zoutwatervis met een lang, slank lichaam en een kleine kop
strop die dient om vaten en andere zware voorwerpen op te hijsen
1> In de touwslagerij. Een van een haak voorzien hulptouw waaraan de streng wordt opgehangen. 2> grote ring van touw, wat als strop bij het hijsen gebruikt wordt. Eigenlijk sleng genoemd. 3> touw tussen de voorsteven van het vissersschip en het uiteinde van het kuilhout. Het is me niet bekend of het hier om het kuilhout van de dwarskuil of va...
Leng is een zeevis uit de kabeljauwfamilie die vooral in de Noordzee voorkomt. Hij is gefileerd verkrijgbaar en u bereidt hem op dezelfde manier als wijting. Het visvlees van leng is vast en mager.
Uit `De lagere vaktalen: Taal der bouwbedrijven` 1914 touw.
Kettingstrop.
Een hijsgereedschap waarbij de lussen aan de beide einden NIET door elkaar gehaald kunnen worden.
leng, lange slanke zeevis verwant met de kabeljauw, Lota molva.