letten werkw. Uitspraak: [ 'lɛtə(n) ] Afbreekpatroon: let·ten Wat let je? (<retorische vraag waarmee je iemand aanmoedigt iets te doen waarover hij of zij aarzelt>) Synoniemen: beletten opletten passen op Spreekwoorden en zegswijzen • op de kleintjes letten (=zuinig zijn. Ook de kleine uitgaven prober... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/letten
er extra aandacht aan besteden vb: let goed op verkeer van rechts! op de tijd letten [oppassen dat het niet te laat wordt] let op je woorden [wees voorzichtig met wat je zegt] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=letten
Uit `De lagere vaktalen: De taal der hopkweekers` 1914 de letten van 'n hoprank: de afstand tusschen de plaatsen waar de bladeren uitschieten.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10742