Zie ook:
belet

beletten werkw. Uitspraak: [ bəˈlɛtə(n) ] Afbreekpatroon: be·let·ten Vervoegingen: belette (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft belet (volt.deelw.)
verhinderen Voorbeelden: 'iemand beletten te spreken' , 'iemand de doorgang beletten' Zie ook: belet Synoniemen: afhouden belemmeren ervanaf houden letten remmen stuiten tegenhouden ui...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/beletten

1) Stuiten 2) Stremmen 3) Schutten 4) Prohiberen 5) Belemmeren 6) Letten 7) Ophouden 8) Verstoren 9) Verijdelen 10) Verhoeden 11) Verhinderen 12) Verbieden 13) Tegenhouden 14) Voorkomen 15) Storen 16) Uitsluiting 17) Uitscheiden 18) Deren 19) Hinderen 20) Derangeren 21) Onmogelijk maken 22) Keren 23) Terughouden
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Beletten/1

verhinderen
Jaar van herkomst: 1254 (VMNW )
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php

verhinderen (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
https://etymologiebank.nl/trefwoord/beletten
niet verder laten gaan vb: hij belette ons erover te praten
Synoniemen: tegenhouden afhouden afwenden belemmeren onderdrukken weerhouden stremmen stuiten
Tegenstellingen: bevorderen stimuleren
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/

•iets of iemand storen in zijn-haar bezigheden.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/beletten
Geen exacte overeenkomst gevonden.