levenskracht, geschiktheid om te leven - Voorbeeld: ‘'t Geen sommige wegens aan ziels- en levensvatbaarheid ontbreekt, zet Prutske hun in rijke mate bij van 't geen zij van haar eigen in overvloed heeft’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0015.php
Het vermogen van het pasgeboren kind om al dan niet met medische hulp in leven te blijven; de zwangerschapsduur waarna een kind levensvatbaar is, wordt door technische mogelijkheden steeds korter en ligt tegenwoordig rond 24 weken. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11110