de lift zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ lɪft ] Verbuigingen: liften (meerv.) 1) apparaat waarmee je mechanisch omhoog en omlaag kunt gaan Voorbeelden: 'Er zijn vier liften in het gebouw.' , 'stoeltjeslift' in de lift zitten (omhooggaan) 'De prijzen van lcd-schermen zitten na de daling weer in de lift.' 2) keer dat je me...
1) Ascenseur 2) Elevator 3) Hoogwerker 4) Hijskamertje 5) Hijstoestel 6) Paternoster 7) Stoeltjeslift 8) Stijgkracht 1) Deel van een flatgebouw 2) Deel van een gebouw 3) Deel van een hotel 4) Deel van een kolenmijn 5) Draagkracht van een vliegtuig 6) Gratis autorit 7) Gratis rit 8) Gratis ritje 9) Hefwerktuig 10) Het meerijden 11) Hijshok 12) Hijshokje 13) Hijskamer 14) Hijskamertje 15) Hijstoestel 16) Hijstoestel voor personen 
Term die gebruikt wordt wanneer de mannelijke danser zijn vrouwelijke partner optilt bij een pas de deux.
hijstoestel (toon de herkomst via de etymologiebank)
hokje waarin je omhoog wordt getild vb: we gingen met de lift naar de tiende verdieping
•een verticaal transportsysteem voor goederen en mensen. •de draagkracht van een vliegtuig.
hijstoestel
lift voor personen als bedoeld in artikel 1 van het Warenwetbesluit liften.
hijstoestel
[ bouwkundige termen] Installatie voor verticaal transport van personen of goederen, bestaande uit een liftkooi die in een liftschacht langs leiders bewogen wordt en op vaste plaatsen stopt.
Een lift is een meer of minder verticaal transportmiddel om goederen of personen naar verschillende niveaus te brengen. Meestal bestaat een lift uit een cabine of kooi die in een schacht op en neer bewogen wordt; verder is er meestal een tegengewicht en elektronische besturing. Liften zijn te onderscheiden naar verschillende gezichtspunten: autolif...