stremmen werkw. Uitspraak: [ 'strɛmə(n) ] Afbreekpatroon: strem·men Vervoegingen: stremde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft, is gestremd (volt.deelw.) 1) belemmeren of tot stilstand brengen Voorbeelden: 'Verongelukte vrachtwagens stremden het verkeer op de snelweg.' , 'De straat is gestremd doordat er markt is.' 2)... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/stremmen
niet verder laten gaan vb: door die aanrijding was het verkeer gestremd Synoniemen: tegenhouden afhouden afwenden belemmeren beletten onderdrukken weerhouden stuiten Tegenstellingen: bevorderen stimuleren dik worden of dik maken (van vloeistof) vb: als melk zuur wordt, stremt ze Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/