1.zacht, langzaam Voorbeeld: ‘Langs de over van 't diep geholde wegelke piepten de krekels alhier en aldaar, (...) 't ging lijk een lijzig weven van zachtzingende stemmekes’ 2.fijn Voorbeeld: ‘Hij volgde de lijzige strepen van de vaagborstel, die 't witte zeezand in krinkels trok over de vloer rond de stoof’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0015.php