wegslepen werkw. Uitspraak: [ 'wɛxslepə(n) ] Afbreekpatroon: weg·sle·pen Vervoegingen: sleepte weg (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft weggesleept (volt.deelw.) naar een andere plaats slepen Voorbeeld: 'Fout geparkeerde auto's worden weggesleept.' Synoniemen: afvoeren meedragen slepen wegdragen wegsjouwen wegvoeren 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/wegslepen
wegsterven (van geluiden) - Voorbeeld: ‘In dat plechtig zwijgen ging de nachtegaal op. (...) En nu, weer lijzig wevend, wegslepend stil, inwendig zoet, mijmerend voorzichtig, spelen als met glazen boontjes...’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0025.php